Skinny Skin Paleizenstraat 116 1030 Brussels 2019
De nieuwe installatie van Vadim Vosters is een visuele ontdekkingstocht in een gordijn van ontelbare dia’s. Ze werden tot vrij recent in het kunstonderwijs gebruikt als essentiële bouwstenen van ons cultureel geheugen. Docenten beschouwden deze beelden als waardevol om te onderwijzen. De meeste stellen kunstwerken en monumenten voor, sporadisch aangevuld met familie- en reisindrukken. Het gordijn hangt een universeel beeld op van de kunstgeschiedenis doorheen ruimte, tijd en diverse media. Foto’s werden eertijds gekoesterd als een kostbaar goed, dus kwamen ze tot stand bij bijzondere gelegenheden. Dia’s leverden het passende formaat op om ze op mensenmaat te projecteren. Aan het begin van deze eeuw geraakten dia’s in onbruik. Momenteel zitten we in een kantelmoment waar diatheken dreigen weggegooid te worden, of een herbestemming vinden als onderdeel van een kunstwerk. Dia-archieven illustreren de waardenschaal van hun tijd.
Aanvankelijk zoekt de bezoeker zijn weg in de duisternis, totdat hij oog in oog komt te staan met de tengere beeldenhuid. Het parcours laat toe om het gordijn zowel op afstand te bekijken als van dichtbij, aan de voor- en de achterkant. De diaprojectors lichten het hele beeldenvlak op. De matte voorkant produceert een waterig effect van abstract licht, terwijl de kleurrijke achterkant een mozaïek van afbeeldingen ontvouwt. Door rond te wandelen werpen we schaduwen af op de huid – we worden er als het ware een onderdeel van. We bewegen van het geheel naar het detail en terug, maar het is het immateriële licht dat alles tot leven brengt. Het is alsof een slang vervelde en haar organische huid achterliet, die we vervolgens met onze aandachtige blik levend houden. De kijker kruipt met zijn blik in de huid op zoek naar de beelden waarmee hij zich associeert. Het volledige membraan staat voor de grote wereld die een overdaad aan indrukken en visies bevat. Een massa mensen trekt door dat onmetelijke landschap. Onze blik fixeert zich vooral op bewuste keuzes, maar we maken ook onbewuste keuzes door fragmenten via onze lichaamspositie duister te houden. De optelling van alle beelden vormt de DNA – structuur van een breed cultureel verhaal. Tussen de cellen ontwikkelt zich een netwerk van beïnvloeding, symbolen en referenties waaruit elke kijker zijn deel meepikt en verder interpreteert.
De kunstenaar vergelijkt de ontdekkingstocht doorheen het beeldenlabyrint graag met een bezoek aan een barokke kerk vol altaren en kunstwerken. Vanuit elke positie vangt de waarnemer andere fragmenten op, maar de hele kerk reflecteert alle indrukken van de gemeenschap. Als mensen zitten we allemaal in hetzelfde schuitje, of we dat nu willen of niet. Onze geest is in duisternis ondergedompeld, we herkennen weinig of herinneren het ons niet meer. Vanuit onze natuur zoeken we het licht (of kennis) op. De wereld ligt voor ons allemaal open, daarin gaat elk individu op zoek naar herkenningspunten. Die ontdekkingstocht vergt een inspanning en speelt zich tegelijk af in de externe wereld als in onszelf. Tussen beide niveaus ontstaan wisselwerkingen. We kunnen de beelden (of de kennis) in het gordijn of onszelf maar ontdekken door inspanningen te leveren. Dat leren vergt concentratie. We staren naar donkere vellen die onzichtbaar zijn geworden. Sommige beelden reflecteren onszelf, zoals ze ook ooit bedacht zijn door kunstenaars als reflectie van hun tijd en zichzelf. Tijdens onze levensloop herontdekken we de beelden waarmee we ons identificeren. Het gordijn is net als alle kunst een incarnatie van een onzichtbaar idee. De kunstenaar leert ons via het fysieke beeld de niet-zichtbare werkelijkheid te ontdekken. De uiteindelijke zoektocht is naar het beeld in onszelf.
Filip Luyckx